Integraalhelmen

Een integraalhelm omvat het gehele hoofd en zorgt daarmee voor een maximale bescherming. De achterkant van de helm beschermt de onderkant van de schedel. Aan de voorkant bevindt zich een kinstuk dat `integraal´ deel uitmaakt van de helm. Deze strook bedekt gedeeltelijk het gezicht en de kin van de drager. Ter hoogte van de neus en de ogen zijn deze helmen opengewerkt. In deze opening zit vaak een transparant of gekleurd stuk plastic. Dit stuk plastic wordt een vizier genoemd. Het vizier kan doorgaans open geklapt worden. Veel integraalhelmen zijn voorzien van ventilatiegaten. Hierdoor ontstaat een luchtstroom die er mede voor zorgt dat de binnenkant van het vizier minder snel zal beslaan. De belangrijkste reden dat motorrijders kiezen voor een integraalhelm is de veiligheid van deze helmen. Gebruikers van een integraalhelm weten dat dit type helm ook nadelen heeft. Men klaagt vaak over de warmteontwikkeling in de helm, het gebrek aan rijwind, een `beklemmend gevoel´ en een verminderd gehoor.

Bij integraalhelmen ontworpen voor off-the-road ontbreekt een deel van de gezichtsbescherming. Het vizier en het kinstuk zijn vaak vergroot om een betere ventilatie te verkrijgen. Off-the-road rijden is immers vaak een inspannende bezigheid. 
Studies hebben aangetoond dat de integraalhelm een motorrijder het best beschermt omdat bij 35% van alle ongelukken het kinstuk wordt geraakt. Het dragen van een helm zonder kinstuk doet dit voordeel teniet. Hoe meer de helm het hoofd omvat, des te kleiner het risico op letsel.